U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk. De motivering van het onderhavige verzoek is onbegrijpelijk en het verzoek bevat om die reden geen feiten of omstandigheden waaruit vooringenomenheid van de rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden. Toepassing antimisbruik bepaling omdat door verzoeker het middel tot wraking lichtvaardig, want zonder enige kenbare grondslag is ingezet.

Uitspraak



RECHTBANK AMSTERDAM

wrakingskamer

Beslissing op het bij brieven van 29 augustus 2014 en 7 september 2014 schriftelijk gedane en onder rekestnummer C/15/580027 HA RK 17.2015 ingeschreven verzoeken van:

[verzoeker] ,

zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,

verzoeker,

welk verzoek strekt tot wraking van mr. J.W. Vriethoff, bestuursrechter te Amsterdam, hierna: de rechter.

1 Verloop van de procedure

1.1

Verzoeker is partij in bij de rechtbank aanhangige en onder zaaknummers [ ] en [ ] geregistreerde procedures.

1.2

Op 15 januari 2015 heeft in deze (gevoegde) zaken een mondelinge behandeling plaatsgevonden ten overstaan van de rechter. De behandeling is gesloten. Bij beslissing van 19 januari 2015 heeft de rechter de behandeling heropend

-samengevat- omdat in het dossier een tweetal aan de rechtbank gerichte brieven zijn aangetroffen die mogelijk een verzoek tot wraking bevatten. De rechter heeft de brieven ter beoordeling voorgelegd aan de wrakingskamer van deze rechtbank.

2 De beoordeling van het verzoek

2.1

Wraking van een rechter is slechts mogelijk op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan kan sprake zijn indien de rechter jegens een partij vooringenomen is of indien de vrees van een partij daarvoor objectief gerechtvaardigd is.

2.2

Bij de beoordeling daarvan moet voorop staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.

2.3

Uit de wet (8:15 en 8:16 Awb) en het vermoeden van onpartijdigheid volgt dat een verzoeker concrete feiten en omstandigheden dient aan te voeren waaruit objectief afgeleid kan worden dat de rechter jegens een partij vooringenomen is, of dat de vrees van een partij dat er sprake is van een dergelijke vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd is. Alle feiten en omstandigheden moeten tegelijk - in het verzoek - worden voorgedragen.

2.4

Het verzoek houdt in:

in de brief van 29 augustus 2014:

“rechtbank amsterdam

afdeling pubiekrecht teams bestuursrecht

postbus75850

l070aw amsterdam

uw brief van 26 augt20l4

uw kenmerk [ ]

inzake college zorg verzekering

geacht

u vraagt aan mijn of de datum schikt 28 november 2014

best rechtbank het maakt niet veel uit

28 september of 28 ocktober20l4

gezien de houding van dat college zorg verzekering

leg ik een

GROOT WRAKKING VERZOEK NEER

namelijk de post van [naam 1] ziekekas belgie is tot heden niet beandwoordt

u kunt wel besluiten

maar iederkeer zit hier belgie recht tussen

DUS IK EIS DAT DE BUITENLAND specialist naar de rechtbank komt

DOOR DAT ER BELGIE RECHT TUSSEN ZIT

blijft u centraal raad beroep zaaken maaken

wat gaat college doet 28 november2014 eis dat er volgens de nederlandse bestuurs wet

wordt gehandelt

daardoor ontstaat er een bizar vonnis

dus beroep centraal raad

moet dat

DUS BIJ DEZE LEG IK EEN GROOT WRAKKING VERZOEK NEER

Reden er zit belgie recht in uw dossier

hoogachtend

[ ]

postbus2 1863

[ ]”

en in de brief van 7 september 2014:

“rechtbank amsterdam

afdeling publiekrecht team bestuurrecht

postbus7585

1070 aw amsterdam

uw procesduuren nummer [ ]

uw zitting 28 november 2014

geacht

natuurlijk dan het collge zorg verzekering de zaak klaar hebben op dat tijd stip

maar in uw post lees ik weer lan leven de zuid as

dus weer wrakking

ik ben voor de arbied rechtbank geplaats te antwerpen

daar kreeg ik een vesting besluit uit gedeelt

wat dan nog

MAAR hier de hardhied van dat vesting besluit

ik ben nu lid le cdh partij voor de dieren

INDIEN ik dat vesting besluit zouw onderteken

moet ik echt lid worden van een vlaams partij

indien ik dit vesting besluit zouw onderteken

haal in mijn aandeelen van nevers naar antwerpen

ZO ENORM STRAFRECHTELIJK IS DAT BESLUIT

dus antwerps arbied recht krijgt van mijn te hoor

dan moet ik door reizen naar brussel

IK WEIGER DIT VESTING BESLUIT TE ONDERTEKEN

dus bestuurlijk antwerpen

u weigert dit vestig besluit te onder teken

dan geen rsz

maar wel belasting registratie

wij kunnen u niet dwingen uw goederen naar antwerpen te haalen

als u zicht pretig voelt bij le cdh moet u daar voor al lid van blijven

als uw aandeelen beter zijn in nevers

moet het daar maar blijven

GEEN RSZ

maar wel belasting registratie

natuurlijk na het rijks register nummer

je heb een aandeel in nevers dan aandeel in antwerpen

bij voorbeeld cmb

ik heb geprobeert

ik stuit met zon kantoor tocht weer op de taal wet of vesting besluit

klacht in gedient bij lecdh

dat kantoor had uitsluiten een vesting in vlaanderen niet in wallonie

nu rsz

daar zie je om fiscal reden van af

namelijk begie

produceert papier dat uit sluiten geldig is tot de lands grens

dus weinig waarde

hier weer een stukje wrakking

strafrechtelijk vesting besluit kreeg ik uit gerdeelt

dan mag je lid maatschap partij voor de dieren op zeggen

en je mag lid worden van groenlinks

ik heb geweigert

duidelijk gemaakt dan moet ik door reizen naar brussel london of parijs

dus geen rsz is er aan gevraagt

hoogachtend

[ ]

postbus2l863

[ ]”

2.4

De motivering van het onderhavige verzoek is onbegrijpelijk en het verzoek bevat om die reden geen feiten of omstandigheden waaruit vooringenomenheid van de rechter of zwaarwegende aanwijzingen voor objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor, zijn af te leiden. Bij gebreke van gronden is het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De mondelinge behandeling kan daarom achterwege blijven.

2.5

Omdat door verzoeker het middel tot wraking lichtvaardig, want zonder enige kenbare grondslag is ingezet, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van misbruik van recht. De rechtbank zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking van de rechter belast met de behandeling van de zaken van klager niet in behandeling wordt genomen.

3. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De rechtbank:

 verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking,

 bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking gericht tegen de rechter belast met de behandeling van de zaak van klager niet meer in behandeling zal worden genomen;

Aldus gegeven door mrs. N.C.H. Blankevoort voorzitter, A.W.J. Ros en A.W.H. Vink, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 januari 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 8:18 lid 5 Awb geen voorziening open.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature